Fré Cohen
wordt in 1903 in een eenvoudig arbeidersgezin in Amsterdam geboren. Haar vader
is diamantbewerker.
Fré volgt de Grafische School
en is er de enige vrouwelijke leerling. Ze wordt een succesvol grafisch
kunstenares en daarnaast overtuigd lid van de SDAP (Sociaal Democratische
Arbeiders Partij).
Ze werkt voor het AJC (Arbeiders Jeugd Centrale) en
later ook voor de gemeente Amsterdam. Ze ontwerpt bijvoorbeeld het
Giroboekje, postkaarten van de Stadsreinigingsdienst, en drukwerk voor
gemeentelijke diensten als de Handelsinrichtingen, het Energiebedrijf en de
Stadsschouwburg. Naast haar werk voor de gemeente Amsterdam verzorgt ze de
grafische vormgeving van organisaties als de SDAP en de Socialistische
Vakbond. Vanaf 1933 maakt Fré Cohen illustraties bij artikelen van Joseph
Gompers in Joodse bladen als De Vrijdagavond en Het Nieuw
Israelietisch Weekblad. Verder maakt ze boekomslagen voor uitgeverijen
als de Arbeiderspers, Querido en de Wereldbibliotheek. Ook maakt ze
gebruiksdrukwerk als ex-librissen, toegangsbewijzen, bladwijzers, geboorte-
en huwelijkskaarten, oorkonden, kalenders, landschappen en koppen voor
bladen en tijdschriften waaronder het Joodse vrouwenblad Ha-ischa.
Fré was enorm creatief en nam alles aan wat haar werd aangeboden. Ze was
zeer bedrijvig en energiek en werkte in een hoog tempo wat haar bij de
stadsdrukkerij de bijnaam Saartje Wip opleverde. Ze heeft grote
invloed gehad op de vormgeving van de jaren dertig.
In de oorlog heeft ze
verschillende onderduikadressen, het laatst bij de familie Zomer aan de
huidige Leemweg in Borne. Dit onderduikadres werd verraden en Fré werd
opgepakt. Zoals van te voren afgesproken, ging ze nog even naar het toilet
waar ze een pil innam: ze werd onwel en naar het ziekenhuis in Hengelo
vervoerd. Met twee bewakers aan haar bed is ze daar drie dagen later
overleden. Ze is op de Joodse begraafplaats in Hengelo begraven en wordt
daar nog jaarlijks op 1 mei – de dag van de arbeid – herdacht.
Een zomerdag in
1942. Op het station in Borne stopt de trein uit Amsterdam. Er stapt
een kleine, donkere vrouw uit. Ze laat haar koffers achter in het
bagagedot en wandelt naar de boerderij van Hendrik en Mien Zomer aan
de Deldenerdwarsweg. ‘Ik kom U de groeten brengen van meneer Marée
uit Gouda’, zegt de vrouw tegen de familie. Hendrik Zomer knikt
instemmend. Hij heeft de code begrepen. Fré Cohen, een 40-jarige
Joodse kunstenares uit de hoofdstad, is veilig aangekomen op haar
onderduikadres.
Bron: Fré Cohen.
Amsterdam 11-6-1903 – Hengelo 14-6-1943. |
Ex librissen
van Fré Cohen: