Izak

oud kinderverdriet lag al jaren begraven

onder bemoste stenen, te broos

om weg te gaan is hij gebleven

koster en koopman op stokjesbenen

 

zeulend met zilver, tin en thorarollen

stoffer en zand, grijs geworden

tussen sjoel en poort

in veilige haven, zonder vaart

 

een schatbewaarde van overvolle

laatste zaterdagen in ’t eigen

kleine paradijs

 

geen koffer nodig, noch paard

en wagen, geen sleutel

in zijn hand

 

nog nooit ging hij op reis

 

Stevine, juni 2011